We hebben 🍪Cookies! Meer informatie
  • Meer informatie in ons Privacy Statement

Sluit
Sluit

Manuele Infante is een Chileense theatermaker, regisseur, scenarioschrijver en muzikant. Haar werk is, zoals Guy Weizman het omschrijft, immersief theater. Infante dompelt je onder in een kosmisch popconcert bomvol filosofische ideeën. Infante’s toneelstukken hebben de hele wereld rondgetoerd; haar werk was onder meer te zien in Buenos Aires, New York, Tokyo en Wenen. Komend seizoen werkt Manuela Infante samen met muzikant Diego Noguera, Slagwerk Den Haag en de acteurs van NITE aan De Jacht. 

TEKST: ANNE DIRKS | FOTO'S: HALIE

Iets wat mij opviel in de theaterstukken die je tot nu toe hebt gemaakt is dat tekst in verschillende vormen terugkomt. In de vorm van poëzie, in de vorm van narratief, letterlijk als tekst op een scherm, in spoken word, in soundscapes, in gezang. Kun jij je herinneren wat de eerste keer was dat woorden een impact op jou hadden als persoon?

Ik denk dat ik drie was toen mijn ouders van Chili naar Canada verhuisden. Ik moest daar naar school, terwijl ik geen Engels sprak. Ik herinner mij het lokaal waar ik zat, met al die andere kinderen en ik verstond niks. Ik zat daar maar te luisteren, maar al die klanken klonken als geluid, als muziek. En ik herinner mij de gedachte ‘Oke, je moet in de komende twintig minuten deze taal leren.’ Het was een kwestie van overleven, haha. Oprecht denk ik dat het mij twee dagen heeft gekost om Engels te leren. Maar ik herinner mij dat gevoel nog hele goed, die klanken die voorbijkomen, maar niets zeggen. “Shoe”. Een hele groep kinderen die naar mijn schoen aan het wijzen was en de realisatie, oké dat is dus het woord voor schoen. Het is grappig dat deze herinnering nu boven komen omdat ik in het theater heel veel werk met taal als geluid of muziek, niet alleen maar als woorden met betekenis. De pendelbeweging tussen geluid en betekenis is iets wat zich altijd een weg terugvindt in mijn theaterstukken, waarbij taal wordt teruggebracht naar muziek of andersom.

Gaat het dan meer om een fascinatie voor geluid dan een fascinatie voor woorden?  

Ik ben nooit echt geïnteresseerd geweest in woorden. Ik ben geïnteresseerd in ideeën. In muziek. Die twee dingen komen samen in het theater voor mij. En zoals toen in dat klaslokaal ook gebeurde, taal blijft voor mij vaak muziek. Helemaal wanneer ik regisseer in een andere taal dan mijn moedertaal.

Wat fascineert je aan die wisselwerking tussen geluid en taal?  

Er zit een soort chaos in, een bos waar je verdwaald in kan raken. Dat vind ik fascinerend en interessant. Voor mij is het leukste gedeelte van een film ook altijd de eerste tien minuten, wanneer je het nog niet helemaal begrijpt, je bent nog aan het uitvogelen waar je je precies bevindt. Je zit nog niet in een plot. Je bent nog niet bezig met wat er gaat gebeuren, of de hoofdpersoon gaat winnen of verliezen of whatever. Je zit nog in dat gevoel van: waar ben ik nu net geland? Dat gevoel, daar wil ik graag mee werken, dat wil ik reproduceren. Ik vind dat opwindend.  

De universums die je bouwt op het podium zijn niet slechts een verhaal, maar het is een complete wereld waar je in terecht komt. Wat bezielt deze magische universums? 

Voor mij is het theater een plek om dat gevoel van mysterie te ontdekken. Voor mij is het theater niet slechts een plek waar je iets communiceert, dat vind ik te rationeel en te object-gedreven. Voor mij is het juist het tegenovergestelde. Het theater is een plek om in contact te komen met het gevoel dat we ergens middenin zitten, maar nog niet helemaal begrijpen wáár we middenin zitten. Het is nog niet te vatten. Dat gevoel van in een mysterieuze wereld te zijn beland wil ik faciliteren. Een nieuwe, onbekende plek waar je maar een klein beetje informatie en gereedschap wordt aangereikt en daar moet je dan betekenis mee bouwen.

Zou je het een spirituele ervaring noemen?  

Ik weet niet of ik de spirituele ervaring, mentale ervaring en de lichamelijke ervaring zou kunnen scheiden van elkaar. Ik weet niet of die dingen los van elkaar bestaan. Maar ik denk wel dat het gaat over in contact staan met datgene dat groter is dan onszelf en dat we niet noodzakelijkerwijs kunnen beheersen. Het onderzoek voor De Jacht begon met een tekst van Ursela Le Guin genaamd “The carrier bag theory of fiction” en gaat over het idee dat de roman slechts een verzamelplek is van dingen. Ik voel mij heel erg thuis in dat idee. Toen ik voor het eerst over deze theorie hoorde, had ik meteen een gevoel van ‘eindelijk iemand die benoemt wat ik doe’.  Tegelijkertijd beschrijft Le Guin ook de tegenhanger, een ander narratief, wat zij dan het jager-narratief noemt, compleet plot en spanning gedreven. Een vertelvorm waar ik nooit in geslaagd ben. Ik kan dat gewoon niet, die manier van theater maken.  

Is dit een mannelijke manier van een verhaal vertellen noemen, of is dat te simplistisch? 

Le Guin zou dit zeker zo benoemen. Ik weet niet of het de mannelijke manier is, maar ik weet dat het niet mijn manier is. Ik kan zeggen dat ik hier nooit in geslaagd ben en dat het pogen tot altijd oncomfortabel voelde. Elke keer als ik het wel deed, werd het een rotzooi. In plaats daarvan verzamel ik allemaal elementen en verlangens, en creëer een universum waar die dingen bij elkaar lijken te passen. Met een nadruk op lijken, want wellicht passen ze niet. De theaterstukken zijn in die zin meer detectives dan klassieke vertellingen. Het gaat erom dat je erachter probeert te komen wat er is gebeurd, waar je in het verhaal zit. Wat is dit universum en waarom ben ik hier?  

Een terugkerend thema in je werk is de verdeling tussen menselijk en niet menselijk. Estado Vegetal gaat over de dialoog tussen mensen en planten, Metamorfoses over de transitiemythes waarin veelal vrouwen in dieren worden veranderd en in How to turn to Stone worden stenen in hun levenloze hoedanigheid onderzocht. Waar komt deze interesse voor verdeling tussen menselijk en niet-menselijk vandaan?   

Toen ik aan de UvA studeerde en mijn thesis aan het schrijven was kwam ik voor het eerst non-humane denkers tegen. Het was zo intrigerend om de wereld eens op die manier te bekijken. Hoe zou non-humaan theater eruitzien? Theater is bij uitstek een door mensen gecreëerd concept. Het was heel verleidelijk om theater te deconstrueren vanuit dat perspectief.

Tegelijkertijd ben ik ook opgegroeid met een volwassene die deze manier van denken heel erg stimuleerde. Mijn vader is astronoom en deed onderzoek naar de Big Bang. Zijn werk was letterlijk de vragen stellen waar je eigenlijk overheen hoort te groeien: waarom zijn we hier? Waar komen we vandaan? Het laatste toneelstuk wat ik gemaakt heb is een dialoog tussen hem en mijzelf over het concept van de horizon, de zogenaamde grens tussen datgene wat gekend kan worden en datgene dat niet gekend kan worden. Maar het is een grens die steeds verlegd wordt. Elke keer dat je denkt dat je de horizon bereikt hebt, ligt hij weer verder weg.  

Opnieuw een ontdekkingstocht naar grensgebieden. Denk je dat het ook gaat om het ontdekken van persoonlijke grenzen?  

Natuurlijk. Uiteindelijk gaat het om mijn fascinatie voor grensgebieden. Voor mij is de meest interessante plek, die gefabriceerde plek wil ik verkennen. En dat is wellicht voor mij makkelijker dan voor anderen omdat ik eigenlijk mij altijd in die tussenruimtes beweeg: tussen plekken, tussen genders, tussen landen. Ik voel geen ongemak meer op die liminale plekken. En het is leuk om met die grenzen te rommelen, ze te verleggen of ze te laten vervagen. 

Het moment dat het stuk af is en mensen gaan er heen om het te zien, voelt het dan als iets dat nog steeds een deel is van jou of staat het dan compleet los van jou?  

Eerlijk gezegd voelt het nooit als iets dat echt van mij is. Het voelt alsof het van buitenaf komt en je probeert het te vangen. Dit wordt vaker gezegd door muzikanten en schrijvers, dat ze iets proberen te vangen dat in de lucht hangt. Maar in het theater is het zo duidelijk omdat je repetities doet met andere mensen, er zijn allerlei objecten in de ruimte die daar gewoon staan. En dan op een dag neemt iemand om onduidelijke redenen een jurk mee en trekt hem aan en dat zorgt ervoor dat iedereen opeens totaal anders naar dat karakter kijkt. Snap je wat ik bedoel? Het stuk wordt gecreëerd door alle mensen en niet-mensen in de ruimte en ik voel mij slechts een soort van gidsende kracht in dat proces. Het voelt dus nooit als ‘van mij’. Het is van het theater. 

** DE JACHT gaat op 30 september in Groningen in premiere. **

Nooit meer iets missen en een reminder ontvangen als we in de buurt zijn? Vul je gegevens in en we mailen je

Met het opgeven van mijn e-mailadres geef ik toestemming om op de hoogte gehouden te worden via e-mail over de voorstellingen en activiteiten van NITE + Club Guy & Roni.