TEKST: ANNE DIRKS | FOTO'S: HALIE
Iets wat mij opviel in de theaterstukken die je tot nu toe hebt gemaakt is dat tekst in verschillende vormen terugkomt. In de vorm van poëzie, in de vorm van narratief, letterlijk als tekst op een scherm, in spoken word, in soundscapes, in gezang. Kun jij je herinneren wat de eerste keer was dat woorden een impact op jou hadden als persoon?
Ik denk dat ik drie was toen mijn ouders van Chili naar Canada verhuisden. Ik moest daar naar school, terwijl ik geen Engels sprak. Ik herinner mij het lokaal waar ik zat, met al die andere kinderen en ik verstond niks. Ik zat daar maar te luisteren, maar al die klanken klonken als geluid, als muziek. En ik herinner mij de gedachte ‘Oke, je moet in de komende twintig minuten deze taal leren.’ Het was een kwestie van overleven, haha. Oprecht denk ik dat het mij twee dagen heeft gekost om Engels te leren. Maar ik herinner mij dat gevoel nog hele goed, die klanken die voorbijkomen, maar niets zeggen. “Shoe”. Een hele groep kinderen die naar mijn schoen aan het wijzen was en de realisatie, oké dat is dus het woord voor schoen. Het is grappig dat deze herinnering nu boven komen omdat ik in het theater heel veel werk met taal als geluid of muziek, niet alleen maar als woorden met betekenis. De pendelbeweging tussen geluid en betekenis is iets wat zich altijd een weg terugvindt in mijn theaterstukken, waarbij taal wordt teruggebracht naar muziek of andersom.