Crisis. Wat nu?
Misschien een van de meest geschreven en gesproken woorden van dit moment: crisis. De corona crisis waar we tegen moeten strijden maar ook crisissen waar we al langer mee te maken hebben zoals de klimaatcrisis en systemisch racisme zijn veelbesproken. De vraag is hoe we hiermee omgaan. Is dit een kantelpunt, gaat er hierna echt iets veranderen, of moeten we terug naar het oude? En voor de kunst, wat te doen met een crisis? Wat is de invloed van een crisis op de kunsten? En wat willen we zien en horen in dit soort tijden?
Er wordt veel kunst gemaakt die actief reageert op wat er gebeurt in de wereld. Olafur Eliasson plaatste met zijn werk Ice Watch stukken Groenlands ijs voor het Londense Tate Modern om het klimaatprobleem aan te kaarten, en op Wallstreet is recent een grote klok geplaatst die aftelt naar het moment waarop de effecten van de opwarming van de aarde onomkeerbaar zijn. Grote platforms als Netflix produceren series als 13th en When They See Us waar systemisch racisme het thema is.
En ook tijdens de coronacrisis heeft kunst een belangrijke rol. Toen de theaters, musea en filmhuizen dicht waren werd duidelijk hoe erg de kunsten gemist werden, maar werd ook duidelijk hoe groot de drang is om kunst te maken. Er was behoefte om kunst te maken over de crisis maar ook om in een boek of film te verdwijnen, om de crisis even te vergeten. Wat betekent kunst tijdens zo’n crisis, tijdens een kantelpunt?
Tjechovs tijd was in de aanloop naar zo’n kantelpunt: de Russische revolutie. De sociale onrust was groot en de klassenongelijkheid enorm. Ruim driekwart van de bevolking was boer wat betekende dat je lijfeigene was van de land(en lijf-)eigenaar. In 1861 besloot tsaar Alexander II het lijfeigenschap af te schaffen en de boeren kregen allemaal een klein stukje eigen land. Eindelijk bevrijding, maar dit betekende ook extra verantwoordelijkheden zoals belasting betalen, waar de boeren niet genoeg geld voor hadden. Daarnaast was hun macht beperkt, want de allerrijkste van het Russische Rijk bezaten nog steeds twee derde van al het land. Deze wrijving wordt gezien als een van de belangrijkste kantelpunten die leidde tot de Russische revolutie, en zette aan tot nadenken over de sociale misstanden in het Russische Rijk.
Jonge intellectuele middenklassers begonnen het boerenleven te verheerlijken. Deze groep mensen, waaronder veel kunstenaars en schrijvers, streefden naar een democratische en socialistische samenleving en zagen de boer als de ziel van Rusland. Deze mensen hadden hun lichtende voorbeeld gevonden, maar hoe zien we dat vandaag? Wie of wat is de ziel van het klimaatactivisme, de antiracismebeweging, queer en feministische bewegingen? Wie trekt deze kar? Is dat in dit geval wederom jonge intellectuele middenklasse, of is dat een andere groep, of zijn we dat allemaal?
De romantisering van het boerenleven had haar invloed op de kunsten. Niet alleen in Rusland, maar ook in West-Europa zien we dat kunstenaars de schoonheid van het boerenleven gaan tonen, denk bijvoorbeeld aan een kunststroming als het realisme. Ook Tsjechov, schrijver van Oom Wanja, wilde in zijn teksten de schoonheid van het simpele leven tonen, een van de eerste vormen van realisme in de toneelschrijfkunst. Tegelijkertijd schreef Tsjechov zijn stuk tegen de achtergrond van grote sociale omwenteling. Is dat inderdaad wat we willen zien tijdens een crisis? De realiteit, hoe het echt is? Kortom; de crisis was nog niet voorbij.
Aan de andere kant van de medaille staat het escapisme. Waar kunst de schoonheid van de realiteit kan tonen, of juist de lelijkheid aan de kaak kan stellen, kan kunst de realiteit ook even laten vergeten. Sprookjes met prinsen, prinsessen, draken en mooie verhalen. Swan Lake, het ballet dat in 1877 in première ging, is een voorbeeld van zo’n sprookje. Een contrast met Tjechovs Oom Wanja? Swan Lake en Oom Wanja werden rond dezelfde tijd in Rusland geschreven maar waar het een haar publiek laat ontsnappen van de crisis, toont de ander haar.
Daarom willen we graag van jou weten: wat is volgens jou de functie van kunst tijdens crisis? Reageer met een mail naar info@nite.nl
Reacties op de vorige Dialoog ‘Before/After’, waarin we vroegen naar de waarde van herinneringen.
– “Hoe herinneringen mij helpen?
In mijn jeugd ben ik door allerlei omstandigheden geïsoleerd geraakt van leeftijdsgenoten. Dat heeft soms gevoelens van eenzaamheid opgeleverd. Die ervaring heb ik als zo naar ervaren, dat ik er alles aan wilde doen om te zorgen dat anderen dat, in voor hen belastende situaties, niet zo zouden hoeven meemaken. Daarom ben ik psycholoog en geestelijk verzorger geworden en sta ik nu mensen bij die ernstig ziek zijn en weten dat ze aan hun ziekte zullen overlijden. Ik kan hun problemen niet oplossen maar hen wel laten voelen dat ik naast hen sta en hen niet alleen laat.
Zo transformeer ik de nare herinneringen tot iets dat mij motiveert om er voor anderen te zijn bij hun levenseinde.
Bijzonder is dat ik een tijd geleden mijn oude schooldirecteur op een reünie ontmoette. Hij vroeg me nadrukkelijk wat ik uiteindelijk geworden was, want zo zei hij: toen je in de vierde zat zei je me dat je met mensen wilde gaan werken die zouden gaan sterven. Dat wist ik niet meer, dat ik dat tegen hem gezegd had. Maar op basis van die opmerking kan je dus wel zeggen dat ik met de nodige omzwervingen tot mijn bestemming gekomen ben.”
– ” Herinneringen helpen mij om niet steeds dezelfde fouten te maken.”
– “Voor mij, als transgender, zijn mijn herinneringen van levensbelang. Ik ben er pas zo’n drie jaar geleden, op 42-jarige leeftijd, (weer) achter gekomen dat ik eigenlijk vrouw wil zijn. Alles wat in die richting wees, heb ik decennialang verborgen: gevoelens, herinneringen, gedragingen. En door dat verbergen heb ik mijn leven, als het ware, de verkeerde kant op geleefd. Niet eens zo zeer man-vrouw, als wel dat ik als een soort robot door het leven ging, steeds verder van mezelf af gerakend totdat ik niet meer verder kon. Maar de realisatie dat ik eigenlijk een vrouw ben, is niet het volledige antwoord, dat alleen geeft niet de kracht om vrijheid te pakken. Langzaam komen de herinneringen los, waarbij met name de herinneringen aan intens verlangen om vrouw te zijn me telkens weer een schop onder de kont geven om toch maar door te zetten in dit zeer zware proces van sociale transitie, om toch maar te proberen dichter bij mijn wensen en verlangens te komen, om toch maar te proberen te gaan leven. Zonder mijn herinneringen aan mijn vroegere verlangens zou ik nu nog steeds stuurloos zijn, doelloos ronddobberend als een robotje. Geen idee waar ik precies naar toe ga, maar ik weet zeker dat ik zonder mijn herinneringen nooit deze alternatieve route zou zijn ingeslagen. Mijn herinneringen geven richting!”
– “Positieve herinneringen uit mijn jeugd roepen voor mij een gevoel van geborgenheid en veiligheid op. Er bij mogen horen. Sociale cohesie, gezelligheid en van elkaar leren.
Ze gaan nooit over winnen maar helpen me bij het overwinnen en in perspectief zetten van de negatieve herinneringen die ik in mijn leven die ik ook heb.
En herinneringen worden naar mate ik ouder wordt positiever, de scherpte gaat van negatieve herinneringen af. Soms is het belangrijk moeite te doen de scherpte op te roepen omdat negatieve ervaringen ook levenslessen zijn. Zou je ze ‘vergeten’ dan zou ik in dezelfde valkuilen stappen.
Ik werk daarom dagelijks aan het creëeren can positieve herinneringen. Door bewust mooie dingen te doen met mensen waar ik van houd.
Voorbeeld: mijn oma was een rolmodel en aanwezig in ons huishouden omdat mijn moeder chronisch ziek is. Dat prettige gevoel van de relatie met mijn oma daar drijf ik al een leven lang op. Dat wil ik mijn eigen kleinkinderen ook meegeven. Ik heb dus bewust gekozen voor een oma oppasmiddag in mijn drukke werkweek om prettige herinneringen bij mijn kleinkinderen ( en natuurlijk voor mezelf) te voeden.”
Zoek je nog meer verdieping? Luister dan eens naar onze Podcast voor Onderweg.