Elfriede Jelinek schreef met de tekst OVER DIEREN een aanklacht en afscheidsbrief ineen. Een vrouw kijkt terug op een tijd die voorbij is, een tijd waarin zij, of haar lichaam, nog als aantrekkelijk werd gezien. Nu ze ouder wordt en ze niet langer aan een bepaalde norm, of schoonheidsideaal voldoet, voelt ze zich verdwijnen uit de wereld die wordt bepaald door de blik van de man, die zijn blik liever rept op jonger, beter aanbod. En aanbod is er altijd, in de wereld van de etalagesamenleving waarin het lichaam als product uitgestald wordt en alle vormen van lust en verlangen zo snel mogelijk ingelost moeten worden.
In de voorstelling OVER DIEREN onderzoekt een groep van vijf mannelijke performers de perspectieven van subjecten en objecten; zij die de macht hebben en zij die aan deze macht onderhevig zijn. Aan de hand van Jelineks tekst, meanderen zij door de wereld van liefde en seks die bepaald wordt door vraag en aanbod, verkopers en handelswaar – kijken en bekeken worden. Ze tasten de mechanisme van dit systeem, waaraan uiteindelijk iedereen onderhevig is, af en en zoeken naar een sprankje hoop, een klein geloof in een liefde die buiten deze machtsverhoudingen zou kunnen bestaan.